​​​Op 20 april jl. heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven een teleurstellende uitspraak gedaan in de beroepsprocedure over de pootgoedfraude. De rechter is van oordeel dat er wel sprake is van bewezen grootschalige en herhaalde fraude door het afleveren van ongecertificeerd pootgoed met valse NAK-certificaten, maar dat de NAK hiervoor niet mocht besluiten tot het opschorten van de keuring voor drie jaar. De rechter is van oordeel dat de tekst van de wet hierin niet voorziet en dat de toelichting op de wet en de ontstaansgeschiedenis hier niets aan kunnen veranderen.

De NAK is het niet eens met dit oordeel, maar er is geen beroep mogelijk. We hebben daarom geen andere keuze dan ons hierbij neer te leggen, hoe frustrerend dat ook is. Het ministerie van LNV was al van plan om de Zaaizaad- en plantgoedwet te evalueren, maar deze uitspraak onderstreept eens te meer de dringende noodzaak om op korte termijn de bevoegdheden van de NAK te versterken.

Ondanks deze tegenvaller zal de NAK zich onverminderd blijven inzetten om fraude in de sector aan te pakken.