Voorwoord

2014 was weer een roerig jaar voor de NAK

In 2014 was er veel werk voor de NAK: extra hectares pootgoedpercelen, hoge pootgoedcertificering in zowel het voorjaar als het najaar, meer hectares voor AM-onderzoek en helaas meer laboratoriumwerkzaamheden door de vondst van PSTVd. Doordat de NAK de laatste jaren veel energie heeft gestoken in kostenbeheersing en door een strakke planning konden alle werkzaamheden zonder extra kosten worden uitgevoerd. Dat resulteerde in een flink resultaat voor de NAK in 2014.

2014 was ook het jaar van de ZBO-discussie. De gezamenlijke inzet van de NAK en de betrokken sectororganisaties (NAO, NAV, LTO en Plantum) hierbij is om de huidige private ZBO-status en de uitvoeringsorganisatie van de NAK in stand te houden. Gelukkig hebben wij geconstateerd dat de Tweede Kamer en de Eerste Kamer het behoud van de plantaardige keuringsdiensten steunen. Op basis van deze krachtige signalen in beide Kamers mogen we een positieve afloop verwachten.
In het voorjaar van 2014 is een belangrijke stap gezet in de verdere verzelfstandiging van Ordeon, een dochteronderneming van de NAK, werkend onder de merknamen NAK AGRO en ISACert. Met de verkoop van Ordeon richt de NAK zich nu volledig op haar kerntaak als keuringsinstelling.
2014 was een roerig jaar voor de NAK, maar wel een oogstjaar.”

Eric Casteleijn
Directeur

Sommige dingen veranderen nooit. Daar moest ik aan denken toen ik het voorwoord in het jaarverslag van 2013 las. Ook, net als nu, hele positieve resultaten voor de NAK. En dan bedoel ik niet alleen de organisatie, maar vooral ook de sector. Zowel inhoudelijk als financieel gaat het goed en zelfs boven verwachting. Zodanig, dat we ook iets extra’s kunnen doen…

Maar juist in goede tijden moeten we extra alert zijn op de ontwikkelingen in de toekomst. Sommige ontwikkelingen (Europa, Better Regulation) lijken allemaal wat trager en moeizamer tot stand te komen. Maar kenmerkend voor de Europese regelgeving is dat, als die er eenmaal is, de effecten snel en onontkoombaar merkbaar zullen zijn. Anticiperen dus, alert zijn.
Dat geldt ook voor wat ik gemakshalve de ZBO-discussie noem. Ook die discussie loopt lang en soms over ondoorgrondelijke wegen. Met een half jaar vertraagd, dat ook. Ook hier moeten we aandacht houden voor de spanningsboog. Die moet strak blijven en dat valt niet altijd mee. We kennen allemaal het verhaal van Petertje dat telkens waarschuwde voor de wolf die niet kwam. Maar toen die wel kwam dacht iedereen dat het wel weer loos alarm zou zijn. Nu wil ik de politiek en de overheid niet gelijkstellen met een wolf (een aardig beest overigens), maar de symboliek is duidelijk. Ons doel blijft leidend voor ons handelen: kwaliteit leveren tegen de laagste prijs met betrokkenheid van de sector. Niet meer, maar ook niet minder.”

Pieter van Geel
Voorzitter